,,
En gesp je revolverholster om
hart van me je had slechts één taak
pompen tot in het oneindige
waarom tref ik je nu dan hier aan
onder de blubber op de bodem van de put
haveloos laveloos korstjes vastgekoekt aan
de mondhoeken van de hele nacht projectielbraken
schuimbekkend schuine moppen tappend
alle duivels uit de hel vloekend
waarom liet je haar niet links liggen
waarom kon je je klep niet houden
breek uit die kooi van verontwaardiging
wees een kerel een koiboi als john ween
niet zo jammer niet zo jammer
tuimelkruid rolt stilletjes langs de saloon
o hart van me brekebeen blubberkop
je had slechts één eenvoudige taak
zet je voeten evenwijdig aan de schouders
knieën lichtgebogen en pief paf poef
hart van me één ding weten we zeker
je bent het breken nog niet verleerd
(Gepubliceerd in [plak hier uw titel] - Uitgeverij Passage, 2019)